Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
- moment waarop de verjaringstermijn begint te lopen, waarbij het er niet toe doet of de persoon te wiens nadele of voordele de verjaring loopt, daarvan onkundig is.
absolute verjaringstermijnabsolute limitation period
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
verbintenissenrecht
- tijdsverloop waarna een recht verloren gaat of ontstaat; wordt gemeten vanaf de datum waarop een bepaalde gebeurtenis heeft plaatsgevonden (en niet vanaf het moment dat een persoon met een feit bekend is geworden). Bijv. de ~ voor vorderingen tot schadevergoeding is 20 jaar.
Artikel 310 Boek 3 BW:
1Een rechtsvordering tot vergoeding van schade of tot betaling van een bedongen boete verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade of de opeisbaarheid van de boete als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden, en in ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt of de boete opeisbaar is geworden 2Is de schade een gevolg van verontreiniging van lucht, water of bodem, van de verwezenlijking van een gevaar als bedoeld in artikel 175 van Boek 6 dan wel van beweging van de bodem als bedoeld in artikel 177, eerste lid, onder b, van Boek 6, dan verjaart de rechtsvordering tot vergoeding van schade, in afwijking van het aan het slot van lid 1 bepaalde, in ieder geval door verloop van dertig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt 3Voor de toepassing van lid 2 wordt onder gebeurtenis verstaan een plotseling optredend feit, een voortdurend feit of een opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak. Bestaat de gebeurtenis uit een voortdurend feit, dan begint de termijn van dertig jaren bedoeld in lid 2 te lopen nadat dit feit is opgehouden te bestaan. Bestaat de gebeurtenis uit een opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak, dan begint deze termijn te lopen na dit laatste feit 4Indien de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt, een strafbaar feit oplevert waarop de Nederlandse strafwet toepasselijk is, verjaart de rechtsvordering tot vergoeding van schade tegen de persoon die het strafbaar feit heeft begaan niet zolang het recht tot strafvordering niet door verjaring of door de dood van de aansprakelijke persoon is vervallen 5In afwijking van de leden 1 en 2 verjaart een rechtsvordering tot vergoeding van schade door letsel of overlijden slechts door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Indien de benadeelde minderjarig was op de dag waarop de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon bekend zijn geworden, verjaart de rechtsvordering slechts door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop de benadeelde meerderjarig is geworden.
Deel deze pagina met:
afstand van verjaringwaiver of extinctive prescription
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
goederenrecht
(vermogensrecht) - niet inroepen van verjaring. Bijv. ~ vindt plaats door een verklaring van hem die de verjaring kan inroepen.
1De rechter mag niet ambtshalve het middel van verjaring toepassen 2Afstand van verjaring geschiedt door een verklaring van hem die de verjaring kan inroepen 3Voordat de verjaring voltooid is, kan geen afstand van verjaring worden gedaan.
Deel deze pagina met:
bevrijdende verjaringliberating prescription
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
goederenrecht
(vermogensrecht) - situatie dat de rechtsvordering door tijdsverloop is teniet gegaan. Bijv. in beginsel na 5 jaar om een contractuele nakoming te eisen en 20 jaar in het algemeen.
Indien de wet niet anders bepaalt, verjaart een rechtsvordering door verloop van twintig jaren.
Artikel 307 Boek 3 BW:
1Een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst tot een geven of een doen verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden 2In geval van een verbintenis tot nakoming na onbepaalde tijd loopt de in lid 1 bedoelde termijn pas van de aanvang van de dag, volgende op die waartegen de schuldeiser heeft medegedeeld tot opeising over te gaan, en verjaart de in lid 1 bedoelde rechtsvordering in elk geval door verloop van twintig jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waartegen de opeising, zonodig na opzegging door de schuldeiser, op zijn vroegst mogelijk was.
Deel deze pagina met:
extinctieve verjaringsuperannuation
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
goederenrecht
(vermogensrecht) - omstandigheid dat de rechtsvordering door tijdsverloop teniet gaat of is gegaan. Bijv. in beginsel na 5 jaar om een contractuele nakoming te eisen en 20 jaar in het algemeen.
Indien de wet niet anders bepaalt, verjaart een rechtsvordering door verloop van twintig jaren.
Artikel 307 Boek 3 BW:
1Een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst tot een geven of een doen verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden 2In geval van een verbintenis tot nakoming na onbepaalde tijd loopt de in lid 1 bedoelde termijn pas van de aanvang van de dag, volgende op die waartegen de schuldeiser heeft medegedeeld tot opeising over te gaan, en verjaart de in lid 1 bedoelde rechtsvordering in elk geval door verloop van twintig jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waartegen de opeising, zonodig na opzegging door de schuldeiser, op zijn vroegst mogelijk was.
Deel deze pagina met:
relatieve verjaringstermijn
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
rechtswetenschap
(algemeen) - tijdsverloop waarna een recht verloren gaat of ontstaat, dat bepaald wordt door wanneer iemand met een feit bekend is geworden (en niet door wanneer een gebeurtenis heeft plaatsgehad). Bijv. de ~ voor vorderingen tot schadevergoeding is 5 jaar.
1Een rechtsvordering tot vergoeding van schade of tot betaling van een bedongen boete verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade of de opeisbaarheid van de boete als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden, en in ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt of de boete opeisbaar is geworden 2Is de schade een gevolg van verontreiniging van lucht, water of bodem, van de verwezenlijking van een gevaar als bedoeld in artikel 175 van Boek 6 dan wel van beweging van de bodem als bedoeld in artikel 177, eerste lid, onder b, van Boek 6, dan verjaart de rechtsvordering tot vergoeding van schade, in afwijking van het aan het slot van lid 1 bepaalde, in ieder geval door verloop van dertig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt 3Voor de toepassing van lid 2 wordt onder gebeurtenis verstaan een plotseling optredend feit, een voortdurend feit of een opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak. Bestaat de gebeurtenis uit een voortdurend feit, dan begint de termijn van dertig jaren bedoeld in lid 2 te lopen nadat dit feit is opgehouden te bestaan. Bestaat de gebeurtenis uit een opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak, dan begint deze termijn te lopen na dit laatste feit 4Indien de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt, een strafbaar feit oplevert waarop de Nederlandse strafwet toepasselijk is, verjaart de rechtsvordering tot vergoeding van schade tegen de persoon die het strafbaar feit heeft begaan niet zolang het recht tot strafvordering niet door verjaring of door de dood van de aansprakelijke persoon is vervallen 5In afwijking van de leden 1 en 2 verjaart een rechtsvordering tot vergoeding van schade door letsel of overlijden slechts door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Indien de benadeelde minderjarig was op de dag waarop de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon bekend zijn geworden, verjaart de rechtsvordering slechts door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop de benadeelde meerderjarig is geworden.
Deel deze pagina met:
verjaring / verjaren / verjaardbarred by limitation
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
goederenrecht
(vermogensrecht) - tijdsverloop waarna een recht verloren gaat of ontstaat; door ~ kan de nakoming van een verbintenis niet meer worden afgedwongen.
1. Een uit deze wet voortvloeiende rechtsvordering van de benadeelde tegen de verzekeraar verjaart door verloop van drie jaar te rekenen van het feit waaruit de schade is ontstaan. 2. In afwijking van het eerste lid verjaart een rechtsvordering tot vergoeding van schade als bedoeld in artikel 1210, onderdeel b, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, van de benadeelde tegen de verzekeraar door verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde bekend was of redelijkerwijze bekend had behoren te zijn met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon, en in ieder geval door verloop van tien jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is ontstaan. 3. Indien de gebeurtenis bestond uit een opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak, loopt de termijn van tien jaren, bedoeld in het tweede lid, vanaf de dag waarop het laatste van die feiten plaatsvond. 4. Handelingen die de verjaring van de rechtsvordering van een benadeelde tegen een verzekerde stuiten, stuiten tevens de verjaring van de rechtsvordering van die benadeelde tegen de verzekeraar. Handelingen die de verjaring van de rechtsvordering van een benadeelde tegen de verzekeraar stuiten, stuiten tevens de verjaring van de rechtsvordering van de benadeelde tegen de verzekerden. 5. De verjaring wordt ten opzichte van een verzekeraar gestuit door iedere onderhandeling tussen de verzekeraar en de benadeelde. Een nieuwe termijn van drie jaar begint te lopen te rekenen van het ogenblik waarop een van de partijen bij deurwaardersexploot of aangetekende brief aan de andere partij heeft kennisgegeven dat zij de onderhandelingen afbreekt.
Deel deze pagina met:
verjaringsperiodelimitation period
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
strafrecht
- periode waarna het Openbaar Ministerie geen (straf)vordering meer kan instellen. Verjaring wordt gestuit door elke daad van vervolging, mits dat aan de verdachte bekend is of aan hem is betekend.
Het recht tot strafvordering vervalt door verjaring: 1°. in twee jaren voor alle overtredingen; 2°. in zes jaren voor de misdrijven waarop geldboete, hechtenis of gevangenisstraf van niet meer dan drie jaren is gesteld; 3°. in twaalf jaren voor de misdrijven waarop tijdelijke gevangenisstraf van meer dan drie jaren is gesteld; 4°. in vijftien jaren voor de misdrijven waarop gevangenisstraf van meer dan tien jaren is gesteld; 5°. in achttien jaren voor de misdrijven waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld.
Artikel 72 WvSr:
1. Elke daad van vervolging stuit de verjaring, mits die daad de vervolgde bekend of hem betekend zij. 2. Na de stuiting vangt een nieuwe verjaringstermijn aan.
Deel deze pagina met:
verjaringstermijnlimitation period
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
goederenrecht
(vermogensrecht) - tijdsduur totdat een vordering of een strafbaar feit verjaart, d.w.z. niet meer invorderbaar, geldig of vervolgbaar is.
Indien de wet niet anders bepaalt, verjaart een rechtsvordering door verloop van twintig jaren.
Artikel 229k Wvk:
[1.] Alle regtsvordering tegen de in deze Afdeeling vermelde uitgevers van papier, of tegen hen, die buiten den oorspronkelijken uitgever het papier in betaling hebben gegeven, verjaart door tijdsverloop van zes maanden, te rekenen van den dag der oorspronkelijke uitgifte. [2.] De in het vorig lid bedoelde verjaring kan niet worden ingeroepen door den uitgever, indien of voor zoover hij geen fonds heeft bezorgd noch door den uitgever of door hen, die buiten den oorspronkelijken uitgever het papier in betaling hebben gegeven, voor zoover ze zich ongeregtvaardigd zouden hebben verrijkt; alles onverminderd het bepaalde in artikel 306 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. [3.] Op de in dit artikel genoemde verjaringen is het tweede lid van art. 229a van toepassing.
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
goederenrecht
(vermogensrecht) - door verloop van tijd een recht verkrijgen. Bijv. wie een roerende zaak 3 onafgebroken jaren bezit, verkrijgt in beginsel de rechten op die zaak, mits hij die zaak te goeder trouw heeft verkregen. Voor niet-roerende zaken geldt 10 jaren.
Eigendom, hypotheek en vruchtgebruik op een teboekstaand binnenschip worden door een bezitter te goeder trouw verkregen door een onafgebroken bezit van vijf jaren.