eisen (3 gevonden)

Dutch appeleisen English requirements to appeal

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

procesrecht - bijzondere eisen die in hoger beroep worden gesteld, o.a. dat de appellant zich door een procureur of juridisch raadsman (advocaat) moet laten vertegenwoordigen.



Deel deze pagina met:      




Dutch conclusie van eis / eisen / geëist English statement of claim / particulars of claim

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

procesrecht - gerechtelijk stuk dat vroeger op de dagvaarding volgde en waarin de eiser, meestal onder verwijzing naar hetgeen hij reeds in de dagvaarding had geschreven, zijn vordering herhaalde. De ~ is afgeschaft sinds januari 2002, omdat die niets aan de dagvaarding toevoegde.


onderdeel conclusie / (mv.) conclusies

hierarchische verhouding hoger conclusie van antwoord / antwoorden / geantwoord

nadere verklaring procureur

Artikel 347 Rv:

1In hoger beroep worden een conclusie van eis en een conclusie van antwoord genomen.
2[Red: Vervallen.]
3Niettemin zal ingeval van incidenteel beroep of indien door den verweerder eene exceptie tegen het principaal beroep wordt aangevoerd, den appellant, op zijn verlangen, een termijn verleend worden om het incidenteel beroep of de voorgestelde exceptie bij conclusie te beantwoorden.





Deel deze pagina met:      




Dutch eiser / eisende partij English plaintiff

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

procesrecht - persoon die middels een dagvaarding een vordering bij het gerecht indient.


niet gelijk aan eiser in reconventie

tegenstelling gedaagde

Artikel 111 Rv:

1De griffier stuurt de eiser een oproepingsbericht na ontvangst van de procesinleiding.
2In het oproepingsbericht neemt de griffier de inhoud en de datum van indiening van de procesinleiding op en vermeldt hij ten minste:
a.[Red: dit onderdeel is nog niet in werking getreden;]
b.in zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen: de wijze waarop de verweerder in de procedure moet verschijnen, te weten vertegenwoordigd door een advocaat;
c.de dag waarop de verweerder ten laatste zijn verweerschrift kan indienen, welke dag in kantonzaken vier weken en in andere zaken zes weken ligt na de dag waarop hij als verweerder in de procedure is verschenen als bedoeld in artikel 114;
d.de in artikel 139 genoemde rechtsgevolgen die intreden indien de verweerder bij een vordering niet verschijnt in de procedure als verweerder als bedoeld in artikel 114, of, behalve in kantonzaken of zaken in kort geding, het door zijn verschijning verschuldigde griffierecht niet tijdig voldoet;
e.indien er verschillende verweerders zijn, het in artikel 140, derde lid, genoemde rechtsgevolg dat intreedt indien niet alle verweerders op de voorgeschreven wijze in de procedure verschijnen;
f.indien het een zaak betreft met verschillende verweerders, de mededeling dat van partijen die bij dezelfde advocaat verschijnen en gelijkluidende stukken indienen of gelijkluidend verweer voeren, op basis van artikel 15 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken slechts eenmaal een gezamenlijk griffierecht wordt geheven;
g.de mededeling of van verweerders bij verschijning in de procedure een griffierecht zal worden geheven en binnen welke termijn dit griffierecht betaald dient te worden met verwijzing naar een vindplaats van de meest recente bijlage behorende bij de Wet griffierechten burgerlijke zakenwaarin de hoogte van de griffierechten staan vermeld. Hierbij wordt vermeld dat van een persoon die onvermogend is, een bij of krachtens de wet vastgesteld griffierecht wordt geheven, indien hij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven heeft overgelegd:
1°.het besluit tot toevoeging, bedoeld in artikel 29 van de Wet op de rechtsbijstand, of indien dit niet mogelijk is ten gevolge van omstandigheden die redelijkerwijs niet aan hem zijn toe te rekenen, de aanvraag als bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Wet op de Rechtsbijstand, dan wel
2°.een verklaring van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, als bedoeld in artikel 7, derde lid, onder 3, van de Wet op de rechtsbijstand, waaruit blijkt dat zijn inkomen niet meer bedraagt dan de inkomens, bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 35, tweede lid, van die wet;
h.[Red: dit onderdeel is nog niet in werking getreden.]





Deel deze pagina met: