naturalisatie (3 gevonden)

Dutch Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) English Immigration and Naturalisation Office

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (vreemdelingenrecht) - agentschap van het ministerie van Justitie. De ~ beslist namens de staatssecretaris van Justitie wie in Nederland wordt toegelaten. Daarnaast behandelt de ~ verzoeken van vreemdelingen die Nederlander willen worden. Samen met de politie en de Koninklijke Marechaussee is de ~ verantwoordelijk voor grensbewaking, de controle op legaal verblijf van vreemdelingen en het verwijderen van illegalen.


nadere verklaring ministerie van Justitie

nadere verklaring Koninklijke Marechaussee (Kmar)

nadere verklaring asiel


Deel deze pagina met:      




Dutch medenaturalisatie English co-naturalisation

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (vreemdelingenrecht) - als een vreemdeling zich laat naturaliseren, kunnen de kinderen, mits zij legaal in Nederland verblijven en minderjarig zijn, gelijktijdig mee naturaliseren.


nadere verklaring naturalisatie / naturaliseren


Deel deze pagina met:      




Dutch naturalisatie / naturaliseren English naturalisation

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (vreemdelingenrecht) - beslissing van de Kroon waarbij een vreemdeling het Nederlandse staatsburgerschap verkrijgt. De mogelijkheid tot naturalisatie van vreemdelingen is geregeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap. Volgens deze wet kan een vreemdeling ~ tot Nederlander als hij hier een langere periode (in de meeste gevallen vijf jaar) heeft gewoond en voldoende is ingeburgerd.


nadere verklaring Koninklijk Besluit (KB)

niet gelijk aan naturalisme / materialisme

nadere verklaring recht op nationaliteit

Artikel 9 rwn:

1. Het verzoek van een vreemdeling die voldoet aan de artikelen 7 en 8 wordt niettemin afgewezen, indien
a. op grond van het gedrag van de verzoeker ernstige vermoedens bestaan dat hij gevaar oplevert voor de openbare orde, de goede zeden, of de veiligheid van het Koninkrijk;
b. de verzoeker die een andere nationaliteit bezit, niet het mogelijke heeft gedaan om die nationaliteit te verliezen dan wel niet bereid is het mogelijke te zullen doen om, na de totstandkoming van de naturalisatie, die nationaliteit te verliezen, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden verlangd;
c. de verzoeker op wie een van de uitzonderingen van artikel 8, tweede lid, van toepassing is, zijn hoofdverblijf heeft in het land waarvan hij onderdaan is.
2. Indien de verzoeker het Nederlanderschap heeft verloren ingevolge artikel 16, eerste lid, kan het verzoek op de grond bedoeld in het eerste lid, onder a, alleen worden afgewezen, indien hij binnen een periode van tien jaren voorafgaande aan het verzoek veroordeeld is wegens een strafbaar feit tegen de veiligheid van het Koninkrijk of is veroordeeld tot een gevangenisstraf van tenminste vijf jaren wegens een ander strafbaar feit.
3. Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op
a. de verzoeker die onderdaan is van een Staat die Partij is bij het op 2 februari 1993 te Straatsburg tot stand gekomen Tweede Protocol tot wijziging van het Verdrag betreffende de beperking van gevallen van meervoudige nationaliteit en betreffende militaire verplichtingen in geval van meervoudige nationaliteit (Trb. 1994, 265);
b. de verzoeker die in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba is geboren en daar ten tijde van het verzoek zijn hoofdverblijf heeft;
c. de verzoeker die voor het bereiken van de meerderjarige leeftijd gedurende een periode van vijf jaar onafgebroken in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba zijn hoofdverblijf gehad heeft;
d. de verzoeker die gehuwd is met een Nederlander;
e. de verzoeker die in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba erkend is als vluchteling.
4. Op het verzoek wordt beslist binnen één jaar na de betaling van het verschuldigde recht, bedoeld in artikel 13 of na de beslissing tot algehele ontheffing van die betaling, dan wel na de ontvangst van de gevraagde aanvulling van het verzoek, noodzakelijk voor de beoordeling daarvan. De beslissing kan ten hoogste tweemaal zes maanden worden aangehouden.
5. Beslissingen tot afwijzing of aanhouding van verzoeken tot verlening van het Nederlanderschap kunnen door Onze Minister worden genomen.





Deel deze pagina met: