motorvoertuig (1 gevonden)

Dutch motorvoertuigen

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

- alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen.


nadere verklaring motorrijtuig

Artikel 1 RVV 1990:

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. aanhangwagens: voertuigen die door een voertuig worden voortbewogen of kennelijk bestemd zijn om aldus te worden voortbewogen, alsmede opleggers;
b. autobus: motorvoertuig, ingericht voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;
c. autosnelweg: weg, aangeduid door bord G1 van bijlage I; langs autosnelwegen gelegen parkeerplaatsen, tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autosnelweg uit;
d. autoweg: weg, aangeduid door bord G3 van bijlage I; langs autowegen gelegen parkeerplaatsen, tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autoweg uit;
e. bestemmingsverkeer: bestuurders wier reisdoel één of meer bepaalde percelen betreft die zijn gelegen aan of in de directe nabijheid van een weg met een door verkeerstekens aangegeven geslotenverklaring voor bepaalde categorieën bestuurders en die slechts via deze weg zijn te bereiken alsmede bestuurders van lijnbussen;
f. bestuurder van een motorvoertuig:
1. hij die het motorvoertuig bestuurt of
2. voor zover het betreft een motorvoertuig voor het besturen waarvan een rijbewijs B, C, D of E is vereist en dat is voorzien van een dubbele bediening, hij die rijonderricht geeft of toezicht houdt in het kader van een vanwege de overheid ingesteld onderzoek naar de rijvaardigheid, niet zijnde een onderzoek als bedoeld in artikel 131, eerste lid, van de wet;
g. bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers;
h. bevoegd gezag: gezag als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet;
ha. brombakfiets: bromfiets op drie symmetrisch geplaatste wielen, met twee voorwielen met een diameter van meer dan 0,60 m, uitsluitend ingericht voor het vervoer van de bestuurder en van goederen en eventueel van een achter de bestuurder gezeten passagier;
i. bromfiets: voertuig op twee of drie wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km per uur, uitgerust met een verbrandingsmotor met een cylinderinhoud van ten hoogste 50 cm3 of met een elektromotor, en niet zijnde een gehandicaptenvoertuig; voertuigen die op de krachtens artikel 5.6.1, tweede lid, van het Voertuigreglement vastgestelde wijze zijn voorzien van één of twee in dat artikel bedoelde gele platen of gele vlakken, worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld met bromfietsen; onder bromfietsen worden mede verstaan vierwielige voertuigen:
a. met een ledige massa van minder dan 350 kg, de massa van de batterijen in elektrische voertuigen niet inbegrepen,
b. met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km per uur en
c. uitgerust met een verbrandingsmotor met elektrische ontsteking met een cylinderinhoud van ten hoogste 50 cm3 of uitgerust met een ander type motor met een netto maximum vermogen van ten hoogste 4 kW;
ia. brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie;
j. busbaan: rijbaan waarop het woord ½BUS? of ½LIJNBUS? is aangebracht;
k. busstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop het woord ½BUS? of ½LIJNBUS? is aangebracht;
l. dag: de periode tussen zonsopgang en zonsondergang;
m. doorgaande rijbaan: rijbaan zonder de invoeg- en uitrijstroken;
ma. driewielig motorvoertuig: driewielig motorrijtuig als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, jo. onderdelen ab, ap en x, jo. artikel 1.4, tweede lid, van het Voertuigreglement;
n. fietsstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht;
o. geslotenverklaring: verbod de betrokken weg in te rijden of in te gaan alsmede de betrokken weg te gebruiken;
p. haaietanden: voorrangsdriehoeken op het wegdek;
q. [vervallen;]
r. gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;
s. invoegstrook: door een blokmarkering van de doorgaande rijbaan afgescheiden weggedeelte dat is bestemd voor bestuurders die de doorgaande rijbaan oprijden;
t. kruispunt: kruising of splitsing van wegen;
u. [vervallen;]
v. lijnbus: motorvoertuig, gebezigd voor het verrichten van openbaar vervoer in de zin van de Wet personenvervoer 2000;
w. [vervallen;]
x. militaire kolonne: een aantal zich achter elkaar bevindende militaire dan wel bij een onderdeel van de rampenbestrijdingsorganisatie in gebruik zijnde motorvoertuigen, onder één commandant, die de door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Defensie vastgestelde herkenningstekens voeren;
y. motorfiets: motorvoertuig op twee wielen al dan niet met zijs





Deel deze pagina met: