huishouding (4 gevonden)

Dutch gemeenschappelijke huishouding English joint household

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (sociaal zekerheidsrecht) - twee personen die hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en tevens een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding.


onderdeel huishouding


Deel deze pagina met:      




Dutch gewone gang der huishouding

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

personen- en familierechtrecht - activiteiten met betrekking tot de huishouding die in het maatschappelijk verkeer als gebruikelijk worden aangemerkt. Het afsluiten van een opstalverzekering voor de echtelijke woning behoort bijv. tot de gewone gang der huishouding.


Artikel 85 Boek 1 BW:

1. De ene echtgenoot is naast de andere voor het geheel aansprakelijk voor de door deze ten behoeve van de gewone gang van de huishouding aangegane verbintenissen, met inbegrip van die welke voortvloeien uit de door hem als werkgever ten behoeve van de huishouding aangegane arbeidsovereenkomsten.





Deel deze pagina met:      




Dutch gezamenlijke huishouding voeren

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (sociaal zekerheidsrecht) - twee personen hebben hun hoofdverblijf in dezelfde woning en geven er blijk van zorg te dragen voor elkaar d.m.v. het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.


Artikel 3 WWB:

Gezamenlijke huishouding en woning
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. huwelijk: geregistreerd partnerschap;
d. gehuwd: als partner geregistreerd;
e. gehuwde: als partner geregistreerde;
f. gehuwden: als partners geregistreerden;
g. echtscheiding: beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door de dood of vermissing.
2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt:
a. als gehuwd of als echtgenoot mede aangemerkt de ongehuwde die met een ander een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;
b. als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.
3. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.
4. Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht indien de belanghebbenden hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en:
a. zij met elkaar gehuwd zijn geweest of in de periode van twee jaar voorafgaande aan de aanvraag van bijstand voor de verlening van bijstand als gehuwden zijn aangemerkt;
b. uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de een door de ander;
c. zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract; of
d. zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding, bedoeld in het derde lid.
5. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke registraties, en gedurende welk tijdvak, in aanmerking worden genomen voor de toepassing van het vierde lid, onderdeel d.
6. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder een woning mede verstaan een woonwagen of een woonschip.


Artikel 1.2 wet IB 2001:

1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder partner:
a. de niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot;
b. de ongehuwde meerderjarige die:
1°. met de ongehuwde meerderjarige belastingplichtige in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden onafgebroken een gezamenlijke huishouding voert en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en
2°. samen en uitsluitend met de belastingplichtige voor het kalenderjaar kiest voor kwalificatie als partner.
2. Voor het kalenderjaar kan tevens voor kwalificatie als partner worden gekozen indien:
a. de ongehuwde meerderjarige belastingplichtige in het voorafgaande kalenderjaar samen met een ongehuwde meerderjarige heeft gekozen voor kwalificatie als partner en
b. zij uitsluitend door het overlijden van de ongehuwde meerderjarige in het kalenderjaar niet gedurende meer dan zes maanden een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd.
3. Als partner kan niet worden aangemerkt:
a. een bloedverwant in de eerste graad van de belastingplichtige, tenzij beiden bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt of
b. een persoon die geen inwoner is van Nederland en niet kiest voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige.
4. Een persoon die duurzaam gescheiden van zijn echtgenoot leeft, wordt voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld met een ongehuwde.
5. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt voor de bepaling van aanverwantschap de kwalificatie als partner gelijkgesteld met het huwelijk.
6. Indien een persoon meer dan één niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot heeft, wordt alleen de echtgenoot uit de oudste verbintenis als partner aangemerkt.





Deel deze pagina met:      




Dutch kosten van huishouding

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

personen- en familierechtrecht - kosten die gemaakt worden ten behoeve van de huishouding, het familieleven, het gezin. Bijv. kosten voor de wekelijkse boodschappen in de supermarkt.


Artikel 84 Boek 1 BW:

1. De kosten der huishouding, daaronder begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, komen ten laste van het gemene inkomen van de echtgenoten en, voor zover dit ontoereikend is, ten laste van hun eigen inkomens in evenredigheid daarvan; voor zover de inkomens ontoereikend zijn, komen deze kosten ten laste van het gemene vermogen en, voor zover ook dit ontoereikend is, ten laste van de eigen vermogens naar evenredigheid daarvan. Een en ander geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich er tegen verzetten.
2. De echtgenoten zijn jegens elkaar verplicht dienovereenkomstig tot de bestrijding van de in het eerste lid bedoelde uitgaven voldoende gelden ter beschikking te stellen uit de onder hun bestuur staande goederen, voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen niet verzetten.
3. Bij schriftelijke overeenkomst kan een van het eerste en tweede lid afwijkende regeling worden getroffen.
4. Geschillen tussen de echtgenoten omtrent de toepassing van het eerste tot en met derde lid worden door de rechtbank op verzoek van beiden of een van hen beslist.
5. Op verzoek van beide of van een van de echtgenoten kan de rechtbank een gegeven beschikking of een onderling getroffen regeling wijzigen op grond van veranderde omstandigheden.





Deel deze pagina met: