gezamenlijk ouderlijk gezag (1 gevonden)

Dutch gezamenlijk ouderlijk gezag

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

personen- en familierechtrecht (jeugdrecht) - gezag dat de ouders gezamenlijk over hun minderjarige kind(eren) uitoefenen; als de ouders gehuwd zijn hebben zij van rechtswege gezamenlijk gezag, ongehuwde ouders krijgen op verzoek gezamenlijk gezag.


nadere verklaring ouderlijk gezag

Artikel 251 Boek 1 BW:

1. Gedurende hun huwelijk oefenen de ouders het gezag gezamenlijk uit.
2. Na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed blijven de ouders die gezamenlijk het gezag hebben, dit gezag gezamenlijk uitoefenen, tenzij de ouders of een van hen de rechtbank verzoeken in het belang van het kind te bepalen dat het gezag over een kind of de kinderen aan een van hen alleen toekomt.
3. De beslissing op grond van het tweede lid wordt gegeven bij de beschikking houdende scheiding van tafel en bed, echtscheiding dan wel ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed of bij latere beschikking. Totdat het gezag van één van beide ouders aanvangt, komt dit toe aan degene die ook tijdens het geding het gezag uitoefende, zulks met dezelfde bevoegdheden en onder dezelfde verplichtingen als deze toen had.
4. Indien een beslissing op grond van het tweede lid niet alle kinderen der echtgenoten betrof, vult de rechtbank haar aan op verzoek van een der ouders, van de raad voor de kinderbescherming of ambtshalve.


Artikel 252 Boek 1 BW:

1. De ouders die niet met elkaar zijn gehuwd noch met elkaar gehuwd zijn geweest en die nimmer het gezag over hun minderjarige kinderen gezamenlijk hebben uitgeoefend, oefenen dit gezamenlijk uit, indien zulks op hun beider verzoek in het in artikel 244 van dit boek bedoelde register is aangetekend.
2. De aantekening wordt door de griffier geweigerd, indien op het tijdstip van het verzoek:
a. één of beide ouders onbevoegd is tot het gezag; of
b. één van beide ouders is ontheven of ontzet van het gezag en de andere ouder het gezag uitoefent; of
c. een voogd met het gezag over het kind is belast; of
d. de voorziening in het gezag over het kind is komen te ontbreken; of
e. de ouder die het gezag heeft, dit gezamenlijk met een ander dan een ouder uitoefent.
3. Tegen de weigering van de aantekening is alleen beroep mogelijk, indien zij heeft plaatsgevonden op grond van onbevoegdheid van één of beide ouders tot het gezag anders dan vanwege minderjarigheid of ondercuratelestelling. Alsdan kan de kantonrechter worden verzocht de aantekening te gelasten. Hij wijst het verzoek af, indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd.





Deel deze pagina met: