tweetrapsmaking (2 gevonden)

Dutch fideï-commis / fideïcommissaire substitutie / erfstelling over de hand / tweetrapsmaking

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

personen- en familierechtrecht (erfrecht) - aanwijzing van een erfgenaam (de verwachter) die zijn erfdeel niet rechtstreeks van de erflater ontvangt, maar via een ander die als eerste erfgenaam is aangewezen (de bezwaarde). Bijv. met behulp van het ~ had de testateur geregeld dat eerst zijn zoon erfde en wat na diens overlijden van de erfenis resteerde aan het Rode Kruis zou toekomen.


niet gelijk aan substituut

Artikel 138 Boek 4 BW :

1. Wanneer een erfstelling onder een voorwaarde is gemaakt, wordt degene aan wie het vermaakte tot de vervulling der voorwaarde toekomt, als de uitsluitend rechthebbende aangemerkt voor zover het betreft de door en tegen derden uit te oefenen rechten en rechtsvorderingen.
2. Voor het overige vinden, zolang de vervulling der voorwaarden onzeker is, de wettelijke voorschriften betreffende het vruchtgebruik, zoals geregeld in titel 8 van Boek 3, overeenkomstige toepassing. Dientengevolge is hij verplicht het vermaakte gelijk een vruchtgebruiker te bewaren en in stand te houden, tenzij de erflater hem de bevoegdheid heeft toegekend om de goederen te verteren en onvoorwaardelijk te vervreemden.
3. In geval van een erfstelling onder een ontbindende voorwaarde zonder een daarbij aansluitende erfstelling onder opschortende voorwaarde is hij jegens degene aan wie het vermaakte bij vervulling van de voorwaarde toekomt, bevoegd de goederen te vervreemden en te verteren op dezelfde voet als een vruchtgebruiker aan wie deze bevoegdheid is gegeven, voor zover de erflater niet anders heeft bepaald.


Artikel 56 Boek 4 BW:

1. Om aan een making een recht te kunnen ontlenen, moet men bestaan op het ogenblik dat de nalatenschap openvalt. Rechten uit een making ten voordele van een rechtspersoon die voor dat ogenblik is opgehouden te bestaan ten gevolge van een fusie of een splitsing, komen toe aan de verkrijgende rechtspersoon, onderscheidenlijk de verkrijgende rechtspersoon waarvan de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving datbepaalt. Indien aan de hand van de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving niet kan worden bepaald welke rechtspersoon in de plaats en de rechten treedt van de gesplitste rechtspersoon, is artikel 334s van Boek 2 van overeenkomstige toepassing.
2. Indien een erflater heeft bepaald dat hetgeen hij aan een afstammeling van een ouder van de erflater nalaat, bij het overlijden van de bevoordeelde of op een eerder tijdstip zal ten deel vallen aan diens alsdan bestaande afstammelingen staaksgewijze, ontlenen dezen aan de making een recht, ook al bestonden zij nog niet bij het overlijden van de erflater.
3. Heeft een erflater bepaald dat hetgeen hij aan iemand nalaat, bij het overlijden van de bevoordeelde of op een eerder tijdstip zal ten deel vallen aan een afstammeling van een ouder van de erflater, en tevens dat indien die afstammeling dat tijdstip niet overleeft, diens alsdan bestaande afstammelingen staaksgewijze in diens plaats zullen treden, dan verkrijgen dezen dit recht, ook al bestonden zij nog niet bij het overlijden van de erflater.
4. Indien een erflater heeft bepaald dat hetgeen de bevoordeelde van het hem nagelatene bij zijn overlijden of op een eerder tijdstip onverteerd zal hebben gelaten, alsdan zal ten deel vallen aan een dan bestaande bloedverwant van de erflater in de erfelijke graad, verkrijgt deze dit recht, ook al bestond hij nog niet bij het overlijden van de erflater.





Deel deze pagina met:      




Dutch tweetrapsmaking / over de hand erven / making onder tijdsbepaling

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

personen- en familierechtrecht (erfrecht) - een erflater laat dan zijn kind of partner erven, waarbij hij bepaalt dat zij, wanneer ook zij overlijden, hun erfdeel moeten nalaten aan bepaalde personen die de erflater heeft genoemd. Bijv. zijn kleinkinderen. De ~ kan met en zonder bewaarplicht, d.w.z. dat de nalatenschap in stand moet blijven.


Artikel 136 Boek 4 BW:

1. Bevat een uiterste wil een erfstelling onder tijdsbepaling, dan wordt deze beschikking aangemerkt als een dadelijk ingaande erfstelling van degene die, bij uitvoering van de uiterste wil zoals deze luidt, het laatst tot het erfdeel zou zijn geroepen, belast met een legaat van vruchtgebruik van het erfdeel voor de gestelde tijd ten behoeve van degene die het eerst tot het erfdeel zou zijn geroepen.
2. In geval van een erfstelling onder een ontbindende tijdsbepaling zonder een daarbij aansluitende erfstelling onder opschortende tijdsbepaling komt de eerstgeroepene vruchtgebruik met bevoegdheid tot vervreemding en vertering toe, voor zover de erflater deze bevoegdheid niet heeft uitgesloten.


Artikel 141 Boek 4 BW:

Het voorgaande artikel vindt geen toepassing op een making onder een ontbindende voorwaarde en een daarbij aansluitende making onder opschortende voorwaarde, volgens welke het vermaakte of het onverteerde deel daarvan op het tijdstip van overlijden van de bezwaarde of op een eerder tijdstip zal ten deel vallen aan de verwachter, indien deze het aangewezen tijdstip overleeft.





Deel deze pagina met: