nieuwkomer (2 gevonden)

Dutch nieuwkomer English newcomer

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (vreemdelingenrecht) - meerderjarige vreemdeling die in Nederland rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd en die voor de eerste keer tot Nederland is toegelaten (tenzij behorend tot een bepaalde uitzonderingscategorie); ook meerderjarige Nederlander die geboren is buiten Nederland en voor de eerste keer in Nederland ingezetene is.


Artikel 1 win:

1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. nieuwkomer:
1°. De vreemdeling die in Nederland rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 en artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000, die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en die voor de eerste keer tot Nederland is toegelaten, behoudens degene die hier voor een tijdelijk doel verblijft, tenzij hij behoort tot een bij regeling van Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid aan te wijzen categorie van vreemdelingen, en behoudens degene die op grond van bepalingen van verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties niet verplicht kan worden aan een inburgeringsprogramma deel te nemen, en
2°. de Nederlander die geboren is buiten Nederland, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en voor de eerste keer in Nederland ingezetene in de zin van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is;
b. college van burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de nieuwkomer een woonplaats als bedoeld in titel 3 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft;
c. inburgeringsonderzoek: een onderzoek als bedoeld in artikel 4, derde lid;
d. inburgeringsprogramma: een programma als bedoeld in artikel 6, eerste lid;
e. educatief programma: een programma als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a;
f. instelling: een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 2.3.4 van die wet is gesloten;
g. bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1.1.1, onder w, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
h. deelnemer: de nieuwkomer die zich bij een instelling heeft laten inschrijven voor het volgen van het voor hem vastgestelde educatieve programma;
i. toets: de toets, bedoeld in artikel 10;
j. ambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 17, eerste lid;
k. Centrale organisatie werk en inkomen: de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
2. Onder verblijf voor een tijdelijk doel als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, wordt het verblijf verstaan van:
a. de vreemdeling ten behoeve van wie over een geldige tewerkstellingsvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen wordt beschikt, en zijn gezinsleden,
b. de vreemdeling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Wet arbeid vreemdelingen, en zijn gezinsleden en
c. de vreemdeling die behoort tot een bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken aan te wijzen categorie van vreemdelingen.
3. Met een nieuwkomer als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1° en onder 2°, worden voor de toepassing van deze wet gelijkgesteld respectievelijk de in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, bedoelde vreemdeling en de in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, bedoelde Nederlander, op wie de artikelen 2 en 4a van de Leerplichtwet 1969 niet van toepassing zijn en die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
4. Met een nieuwkomer als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1° en onder 2°, worden voor de toepassing van deze wet gelijkgesteld respectievelijk de in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, bedoelde vreemdeling en de in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, bedoelde Nederlander, die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en die op grond van de artikelen 4a tot en met 4c van de Leerplichtwet 1969, gedurende ten hoogste twee dagen per week het daar bedoelde onderwijs geregeld zou dienen te volgen. Artikel 4a van de Leerplichtwet 1969 is niet van toepassing ten aanzien van degene die op grond van de eerste volzin is gelijkgesteld met een nieuwkomer.





Deel deze pagina met:      




Dutch Wet inburgering nieuwkomers (WIN) English LAw Governing the Integration of Newcomers

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (vreemdelingenrecht) - wet van 9 april 1988 houdende regels m.b.t. de inburgering van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving. Daarin o.a. opgenomen het inburgeringsonderzoek en -programma.


Artikel 2 win:

1. Iedere nieuwkomer meldt zich op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen wijze bij een door dit college aangewezen instantie voor het houden van een inburgeringsonderzoek. Hij meldt zich met een door hem ingevuld aanmeldingsformulier. Indien het een nieuwkomer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, betreft, wordt hem dit formulier overhandigd tegelijk met de beschikking waarbij de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt ingewilligd. Indien het een nieuwkomer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, betreft, wordt hem dit formulier overhandigd op het moment dat hij aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens doet. Onze Minister van Binnenlandse Zaken stelt voor het formulier een model vast.
2. De nieuwkomer die vreemdeling is, voldoet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting:
a. indien hij in een opvangcentrum verblijft, binnen zes weken nadat hij na vertrek uit het centrum voor de eerste keer aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens heeft gedaan, en
b. in de overige gevallen, binnen zes weken nadat hem de beschikking, waarbij de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt ingewilligd is uitgereikt.
3. De nieuwkomer die Nederlander is, voldoet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting binnen zes weken nadat hij aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens heeft gedaan.
4. Onder een opvangcentrum als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan: een door het Rijk beschikbaar gestelde accommodatie die uitsluitend bestemd is voor het bieden van tijdelijke opvang aan vreemdelingen.


Artikel 5 win:

1. Zo spoedig mogelijk nadat het inburgeringsonderzoek is gehouden, stelt het college van burgemeester en wethouders op grond van de resultaten van het onderzoek voor de betrokken nieuwkomer een inburgeringsprogramma vast. Het inburgeringsprogramma is gericht op vergroting van de sociale redzaamheid van de nieuwkomer en van diens mogelijkheden om zich verder te scholen of toe te treden tot de arbeidsmarkt.
2. Het college van burgemeester en wethouders besluit het vaststellen van een inburgeringsprogramma achterwege te laten, indien tijdens het inburgeringsonderzoek aannemelijk is geworden dat de nieuwkomer de kennis, het inzicht en de vaardigheden die hij door het deelnemen aan een inburgeringsprogramma zou kunnen verwerven, reeds in voldoende mate op andere wijze heeft verworven dan wel binnen een redelijke termijn in voldoende mate op andere wijze zal verwerven.
3. Het college van burgemeester en wethouders kan aan een besluit als bedoeld in het tweede lid de voorwaarde verbinden dat de betrokken nieuwkomer op een door het college te bepalen datum een toets aflegt en daarbij het in artikel 11, eerste lid, onder b, bedoelde niveau behaalt. Het college draagt er zorg voor dat de toets wordt afgenomen door een instelling. In het geval dat aan de in de eerste volzin genoemde voorwaarde niet wordt voldaan, stelt het college zo spoedig mogelijk na de datum waarop de resultaten van de toets bekend zijn gemaakt, voor de betrokken nieuwkomer alsnog een inburgeringsprogramma vast. In dat geval wordt de termijn, bedoeld in artikel 8.1.3, achtste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs verlengd met de tijd die is verlopen tussen de datum waarop het in de eerste volzin bedoelde besluit is genomen, en de datum waarop het inburgeringsprogramma is vastgesteld.
4. Onverminderd het derde lid kan de in het tweede lid bedoelde nieuwkomer bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag indienen tot het nemen van een besluit hem een toets te laten afleggen. Het college voldoet aan deze aanvraag, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien het college aan de aanvraag voldoet, draagt het er zorg voor dat de toets wordt afgenomen door een instelling.
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels over de uitvoering van het tweede lid worden gesteld.





Deel deze pagina met: