inburgering (3 gevonden)

Dutch inburgering / inburgeren / ingeburgerd

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (vreemdelingenrecht) - ëën van de voorwaarden waaraan een vreemdeling moet voldoen voordat hij zich mag laten naturaliseren; mate waarin nieuwkomers zich in de maatschappij kunnen redden. Bijv. kennis van de Nederlandse taal, maatschappij en arbeidsmarkt en sociale redzaamheid.


nadere verklaring naturalisatie / naturaliseren

Artikel 2 win:

1. Iedere nieuwkomer meldt zich op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen wijze bij een door dit college aangewezen instantie voor het houden van een inburgeringsonderzoek. Hij meldt zich met een door hem ingevuld aanmeldingsformulier. Indien het een nieuwkomer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, betreft, wordt hem dit formulier overhandigd tegelijk met de beschikking waarbij de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt ingewilligd. Indien het een nieuwkomer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, betreft, wordt hem dit formulier overhandigd op het moment dat hij aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens doet. Onze Minister van Binnenlandse Zaken stelt voor het formulier een model vast.
2. De nieuwkomer die vreemdeling is, voldoet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting:
a. indien hij in een opvangcentrum verblijft, binnen zes weken nadat hij na vertrek uit het centrum voor de eerste keer aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens heeft gedaan, en
b. in de overige gevallen, binnen zes weken nadat hem de beschikking, waarbij de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt ingewilligd is uitgereikt.
3. De nieuwkomer die Nederlander is, voldoet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting binnen zes weken nadat hij aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens heeft gedaan.
4. Onder een opvangcentrum als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan: een door het Rijk beschikbaar gestelde accommodatie die uitsluitend bestemd is voor het bieden van tijdelijke opvang aan vreemdelingen.


Artikel 4 win:

1. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat het inburgeringsonderzoek zo spoedig mogelijk wordt gehouden nadat de betrokken nieuwkomer zich heeft gemeld. Het college draagt er tevens zorg voor dat bij het onderzoek een instelling en, voor zover de nieuwkomer op grond van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen het recht toekomt zich te laten registreren als werkzoekende, de Centrale organisatie werk en inkomen worden betrokken.
2. Het inburgeringsonderzoek is een onderzoek naar de mate waarin de nieuwkomer in Nederland in een maatschappelijke achterstandssituatie kan geraken. Het onderzoek heeft in ieder geval betrekking op de mate waarin de nieuwkomer actief en passief de Nederlandse taal beheerst en kennis van de Nederlandse samenleving en de Nederlandse arbeidsmarkt heeft, alsmede op de mate waarin hij naar verwachting door het volgen van een voor hem vast te stellen inburgeringsprogramma kennis, inzicht en vaardigheden kan verwerven met het oog op verdere scholing of toegang tot de arbeidsmarkt.
3. Het inburgeringsonderzoek bestaat uit:
a. een beoordeling van het ingevulde aanmeldingsformulier,
b. tenzij uit de op het formulier ingevulde gegevens blijkt dat de nieuwkomer niet voor een inburgeringsprogramma in aanmerking komt, een begingesprek met de nieuwkomer waarin het doel van een inburgeringsprogramma en de verdere procedure uiteen worden gezet en de nieuwkomer, zo nodig, om een toelichting op deze gegevens wordt gevraagd,
c. tenzij uit het begingesprek blijkt dat de nieuwkomer niet voor een inburgeringsprogramma in aanmerking komt, een test van de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de nieuwkomer ten behoeve van de vaststelling van de inhoud van het inburgeringsprogramma en
d. tenzij uit de resultaten van de test blijkt dat de nieuwkomer niet voor een inburgeringsprogramma in aanmerking komt, een eindgesprek met de nieuwkomer waarin met hem het vast te stellen inburgeringsprogramma, het met het programma te bereiken einddoel en zijn rechten en verplichtingen worden besproken.
4. De nieuwkomer verleent zijn medewerking aan het inburgeringsonderzoek. Het college van burgemeester en wethouders maakt aan de nieuwkomer tijdig bekend waaruit de te verlenen medewerking bestaat.
5. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de criteria aan de hand waarvan het inburgeringsonderzoek wordt gehouden.





Deel deze pagina met:      




Dutch inburgeringsonderzoek

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (vreemdelingenrecht) - onderzoek naar de mate waarin een nieuwkomer in Nederland in een maatschappelijke achterstandssituatie kan geraken.


Artikel 4 win:

1. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat het inburgeringsonderzoek zo spoedig mogelijk wordt gehouden nadat de betrokken nieuwkomer zich heeft gemeld. Het college draagt er tevens zorg voor dat bij het onderzoek een instelling en, voor zover de nieuwkomer op grond van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen het recht toekomt zich te laten registreren als werkzoekende, de Centrale organisatie werk en inkomen worden betrokken.
2. Het inburgeringsonderzoek is een onderzoek naar de mate waarin de nieuwkomer in Nederland in een maatschappelijke achterstandssituatie kan geraken. Het onderzoek heeft in ieder geval betrekking op de mate waarin de nieuwkomer actief en passief de Nederlandse taal beheerst en kennis van de Nederlandse samenleving en de Nederlandse arbeidsmarkt heeft, alsmede op de mate waarin hij naar verwachting door het volgen van een voor hem vast te stellen inburgeringsprogramma kennis, inzicht en vaardigheden kan verwerven met het oog op verdere scholing of toegang tot de arbeidsmarkt.
3. Het inburgeringsonderzoek bestaat uit:
a. een beoordeling van het ingevulde aanmeldingsformulier,
b. tenzij uit de op het formulier ingevulde gegevens blijkt dat de nieuwkomer niet voor een inburgeringsprogramma in aanmerking komt, een begingesprek met de nieuwkomer waarin het doel van een inburgeringsprogramma en de verdere procedure uiteen worden gezet en de nieuwkomer, zo nodig, om een toelichting op deze gegevens wordt gevraagd,
c. tenzij uit het begingesprek blijkt dat de nieuwkomer niet voor een inburgeringsprogramma in aanmerking komt, een test van de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de nieuwkomer ten behoeve van de vaststelling van de inhoud van het inburgeringsprogramma en
d. tenzij uit de resultaten van de test blijkt dat de nieuwkomer niet voor een inburgeringsprogramma in aanmerking komt, een eindgesprek met de nieuwkomer waarin met hem het vast te stellen inburgeringsprogramma, het met het programma te bereiken einddoel en zijn rechten en verplichtingen worden besproken.
4. De nieuwkomer verleent zijn medewerking aan het inburgeringsonderzoek. Het college van burgemeester en wethouders maakt aan de nieuwkomer tijdig bekend waaruit de te verlenen medewerking bestaat.
5. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de criteria aan de hand waarvan het inburgeringsonderzoek wordt gehouden.





Deel deze pagina met:      




Dutch Wet inburgering nieuwkomers (WIN) English LAw Governing the Integration of Newcomers

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

bestuursrecht (vreemdelingenrecht) - wet van 9 april 1988 houdende regels m.b.t. de inburgering van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving. Daarin o.a. opgenomen het inburgeringsonderzoek en -programma.


Artikel 2 win:

1. Iedere nieuwkomer meldt zich op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen wijze bij een door dit college aangewezen instantie voor het houden van een inburgeringsonderzoek. Hij meldt zich met een door hem ingevuld aanmeldingsformulier. Indien het een nieuwkomer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, betreft, wordt hem dit formulier overhandigd tegelijk met de beschikking waarbij de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt ingewilligd. Indien het een nieuwkomer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, betreft, wordt hem dit formulier overhandigd op het moment dat hij aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens doet. Onze Minister van Binnenlandse Zaken stelt voor het formulier een model vast.
2. De nieuwkomer die vreemdeling is, voldoet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting:
a. indien hij in een opvangcentrum verblijft, binnen zes weken nadat hij na vertrek uit het centrum voor de eerste keer aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens heeft gedaan, en
b. in de overige gevallen, binnen zes weken nadat hem de beschikking, waarbij de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt ingewilligd is uitgereikt.
3. De nieuwkomer die Nederlander is, voldoet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting binnen zes weken nadat hij aangifte van verblijf en adres als bedoeld in artikel 65 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens heeft gedaan.
4. Onder een opvangcentrum als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan: een door het Rijk beschikbaar gestelde accommodatie die uitsluitend bestemd is voor het bieden van tijdelijke opvang aan vreemdelingen.


Artikel 5 win:

1. Zo spoedig mogelijk nadat het inburgeringsonderzoek is gehouden, stelt het college van burgemeester en wethouders op grond van de resultaten van het onderzoek voor de betrokken nieuwkomer een inburgeringsprogramma vast. Het inburgeringsprogramma is gericht op vergroting van de sociale redzaamheid van de nieuwkomer en van diens mogelijkheden om zich verder te scholen of toe te treden tot de arbeidsmarkt.
2. Het college van burgemeester en wethouders besluit het vaststellen van een inburgeringsprogramma achterwege te laten, indien tijdens het inburgeringsonderzoek aannemelijk is geworden dat de nieuwkomer de kennis, het inzicht en de vaardigheden die hij door het deelnemen aan een inburgeringsprogramma zou kunnen verwerven, reeds in voldoende mate op andere wijze heeft verworven dan wel binnen een redelijke termijn in voldoende mate op andere wijze zal verwerven.
3. Het college van burgemeester en wethouders kan aan een besluit als bedoeld in het tweede lid de voorwaarde verbinden dat de betrokken nieuwkomer op een door het college te bepalen datum een toets aflegt en daarbij het in artikel 11, eerste lid, onder b, bedoelde niveau behaalt. Het college draagt er zorg voor dat de toets wordt afgenomen door een instelling. In het geval dat aan de in de eerste volzin genoemde voorwaarde niet wordt voldaan, stelt het college zo spoedig mogelijk na de datum waarop de resultaten van de toets bekend zijn gemaakt, voor de betrokken nieuwkomer alsnog een inburgeringsprogramma vast. In dat geval wordt de termijn, bedoeld in artikel 8.1.3, achtste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs verlengd met de tijd die is verlopen tussen de datum waarop het in de eerste volzin bedoelde besluit is genomen, en de datum waarop het inburgeringsprogramma is vastgesteld.
4. Onverminderd het derde lid kan de in het tweede lid bedoelde nieuwkomer bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag indienen tot het nemen van een besluit hem een toets te laten afleggen. Het college voldoet aan deze aanvraag, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien het college aan de aanvraag voldoet, draagt het er zorg voor dat de toets wordt afgenomen door een instelling.
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels over de uitvoering van het tweede lid worden gesteld.





Deel deze pagina met: