Artikel U11 kw:
1. De verdeling van de aan een lijstencombinatie toegewezen zetels over de lijsten welke zijn gecombineerd, geschiedt als volgt.
2. Het centraal stembureau deelt het stemcijfer van de lijstencombinatie door het aantal aan de lijstencombinatie toegewezen zetels.
3. Het aldus verkregen quotiënt wordt combinatiekiesdeler genoemd.
4. Zoveel maal als de combinatiekiesdeler is begrepen in het stemcijfer van elk van de lijsten waaruit de combinatie bestaat, wordt aan die lijst een van de aan de combinatie toegewezen zetels toegewezen.
5. De restzetels worden achtereenvolgens toegewezen aan de lijsten van de combinatie waarvan de stemcijfers bij deling door de combinatiekiesdeler de grootste overschotten hebben. Hierbij worden lijsten die geen overschot hebben, geacht lijsten te zijn met het kleinste overschot. Indien overschotten gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.