verpanding (4 gevonden)

Dutch herverpanding / herverpanden / herverpand

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

goederenrecht (vermogensrecht) - verpanding van een bestaand pandrecht. Tot ~ is een pandhouder alleen bevoegd indien hem deze bevoegdheid ondubbelzinnig is toegekend.


242 Boek 3 BW.




Deel deze pagina met:      




Dutch pandakte / akte van verpanding

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

goederenrecht (vermogensrecht) - schriftelijk stuk waarbij een pandrecht gevestigd wordt.


tegenstelling pandbrief

Artikel 496 Rv:

1Betreft het een executie tot afgifte op vordering van een pandhouder als bedoeld in artikel 237, derde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, dan geeft de deurwaarder de zaak af aan de pandhouder of derde in wiens macht de zaak moet worden gebracht.
2Is het pandrecht uit hoofde waarvan de afgifte geëist wordt, niet bij een authentieke akte gevestigd, dan kan de deurwaarder de zaak slechts onder zich nemen of in beslag nemen met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaak zich bevindt. Het verlof wordt verzocht bij een verzoekschrift waarbij de pandakte wordt overgelegd. De voorzieningenrechter beslist na summier onderzoek. Het verlof en het verzoekschrift worden, met het in artikel 491, tweede lid, bedoelde proces-verbaal, aan de pandgever betekend. Tegen een krachtens dit lid gegeven verlof is geen hogere voorziening toegelaten.
3Is op de zaak reeds beslag gelegd, dan kan de deurwaarder haar met handhaving van het beslag niettemin onder zich nemen, mits de pandhouder tevens overeenkomstig artikel 461a de executie van de beslaglegger overneemt. Hij betekent de in de derde zin van het vorige lid bedoelde stukken onverwijld mede aan de deurwaarder die het beslag heeft gelegd.


236 Boek 3 BW.




Deel deze pagina met:      




Dutch pandstelling / verpanding / verpanden / verpand

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

goederenrecht (vermogensrecht) - het geven van pandrecht door een pandgever aan een pandhouder.


Artikel 98 Boek 2 BW:

1. Verkrijging door de naamloze vennootschap van niet volgestorte aandelen in haar kapitaal is nietig.
2. Volgestorte eigen aandelen mag de vennootschap slechts verkrijgen om niet of indien:
a. het eigen vermogen, verminderd met de verkrijgingsprijs, niet kleiner is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet of de statuten moeten worden aangehouden, en
b. het nominale bedrag van de aandelen in haar kapitaal die de vennootschap verkrijgt, houdt of in pand houdt of die worden gehouden door een dochtermaatschappij, niet meer beloopt dan een tiende van het geplaatste kapitaal.
3. Voor het vereiste in lid 2 onder a is bepalend de grootte van het eigen vermogen volgens de laatst vastgestelde balans, verminderd met de verkrijgingsprijs voor aandelen in het kapitaal van de vennootschap en uitkeringen uit winst of reserves aan anderen die zij en haar dochtermaatschappijen na de balansdatum verschuldigd werden. Is een boekjaar meer dan zes maanden verstreken zonder dat de jaarrekening is vastgesteld en zo nodig goedgekeurd, dan is verkrijging overeenkomstig lid 2 niet toegestaan.
4. Verkrijging anders dan om niet moet door de statuten zijn toegelaten en de algemene vergadering van aandeelhouders moet het bestuur daartoe hebben gemachtigd. Deze machtiging geldt voor ten hoogste achttien maanden. De algemene vergadering moet in de machtiging bepalen hoeveel aandelen mogen worden verkregen, hoe zij mogen worden verkregen en tussen welke grenzen de prijs moet liggen.
5. De machtiging is niet vereist, voor zover de statuten toestaan dat de vennootschap eigen aandelen verkrijgt om, krachtens een voor hen geldende regeling, over te dragen aan werknemers in dienst van de vennootschap of van een groepsmaatschappij. Deze aandelen moeten zijn opgenomen in de prijscourant van een beurs.
6. De leden 1-4 gelden niet voor aandelen die de vennootschap onder algemene titel verkrijgt.
7. De leden 2-4 gelden niet voor aandelen die een ingevolge artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Stb. 1992, 722) geregistreerde kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van die wet in opdracht en voor rekening van een ander verkrijgt.
8. De leden 2-4 gelden niet voor een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal. Het geplaatste kapitaal van zulk een beleggingsmaatschappij, verminderd met het bedrag van de aandelen die zij zelf houdt, moet ten minste een tiende van het maatschappelijke kapitaal bedragen.
9. Onder het begrip aandelen in dit artikel zijn certificaten daarvan begrepen.





Deel deze pagina met:      




Dutch verpanding / verpanden / verpand English pledging

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

goederenrecht (vermogensrecht) - het in onderpand geven van een zaak ter zekerheid van terugbetaling. Bijv. bij geldlening een horloge ~ .


tegenstelling lossing

227 Boek 3 BW.

236 Boek 3 BW.




Deel deze pagina met: