smaad / smaden / gesmaad libelHier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm... beledigde of benadeelde partij aanranding / aanranden / aangerand godslastering Artikel 261 WvSr: 1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie. |
|