rechterlijke machtiging (1 gevonden)

Dutch rechterlijke machtiging

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

procesrecht - verlof of machtiging van de rechter om iets te mogen doen. Bijv. een kind uit huis plaatsen kan slechts met ~.


tegenstelling volmacht

nadere verklaring afkoelingsperiode

nadere verklaring lijfsdwang

Artikel 261 Boek 1 BW:

1. Indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid, kan de kinderrechter de gezinsvoogdij-instelling op haar verzoek machtigen de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen. Bij het verzoek wordt vermeld voor welke voorziening, soort voorziening of andere verblijfplaats de machtiging wordt gevraagd.
2. De machtiging kan eveneens worden verleend op verzoek van de raad voor de kinderbescherming of van het openbaar ministerie. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.
3. Voor plaatsing in een gesloten inrichting is een uitdrukkelijk daartoe strekkende machtiging van de kinderrechter vereist. Deze machtiging wordt slechts verleend, indien zij vereist is wegens ernstige gedragsproblemen van de minderjarige. Zodra een verzoek tot zulk een machtiging of tot verlenging daarvan bij de kinderrechter is ingediend, geeft deze aan het bureau rechtsbijstandvoorziening ambtshalve last een raadsman aan de minderjarige toe te voegen.
4. Onze Minister van Justitie wijst aan welke inrichtingen als gesloten in de zin van dit artikel worden aangemerkt. Deze aanwijzing wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.
5. Bij het verlenen en tenuitvoerleggen van de machtiging letten de kinderrechter en gezinsvoogdij-instelling op de godsdienstige gezindheid en de levensovertuiging van de minderjarige en van het gezin, waartoe de minderjarige behoort.
6. Plaatsing in een tehuis, behorende tot een categorie, genoemd onder II, onderdeel 1 tot en met 4, of onder III, onderdeel 2, van de bijlage bij de Wet op de jeugdhulpverlening, voor zover dit door Onze Minister van Justitie in stand wordt gehouden, eindigt mede door een besluit van Onze Minister van Justitie, de gezinsvoogdij-instelling gehoord, wanneer Onze Minister van Justitie dit in verband met een juiste verdeling van de in die tehuizen beschikbare plaatsruimte noodzakelijk oordeelt.


Artikel 18 Boek 2 BW:

1. Een rechtspersoon kan zich met inachtneming van de volgende leden omzetten in een andere rechtsvorm.
2. Voor omzetting zijn vereist:
a. een besluit tot omzetting, genomen met inachtneming van de vereisten voor een besluit tot statutenwijziging en, tenzij een stichting zich omzet, genomen met de stemmen van ten minste negen tienden van de uitgebrachte stemmen;
b. een besluit tot wijziging van de statuten;
c. een notariële akte van omzetting die de nieuwe statuten bevat.
3. De in het vorige lid onder a genoemde meerderheid is niet vereist voor een omzetting van een naamloze vennootschap in een besloten vennootschap of omgekeerd.
4. Voor de omzetting van of in een stichting en van een naamloze of besloten vennootschap in een vereniging is bovendien rechterlijke machtiging vereist.
5. Slechts de rechtspersoon kan machtiging tot omzetting verzoeken aan de rechtbank, onder overlegging van een notarieel ontwerp van de akte. Zij wordt in elk geval geweigerd, indien een vereist besluit nietig is of indien een rechtsvordering tot vernietiging daarvan aanhangig is. Zij wordt geweigerd, indien de belangen van stemgerechtdigden die niet hebben ingestemd of van anderen van wie ten minste iemand zich tot de rechter heeft gewend, onvoldoende zijn ontzien. Indien voor de omzetting machtiging van de rechter is vereist, verklaart de notaris in de akte van omzetting dat de machtiging op het ontwerp van de akte is verleend.
6. Na omzetting van een stichting moet uit de statuten blijken dat het vermogen dat zij bij de omzetting heeft en de vruchten daarvan slechts met toestemming van de rechter anders mogen worden besteed dan voor de omzetting was voorgeschreven. Hetzelfde geldt voor de statuten van een rechtspersoon voor zover dit vermogen en deze vruchten daarop krachtens fusie of splitsing zijn overgegaan.
7. De rechtspersoon doet opgave van de omzetting ter inschrijving in de registers waarin hij moet zijn en moet worden ingeschreven dan wel als vereniging vrijwillig is ingeschreven.
8. Omzetting beëindigt het bestaan van de rechtspersoon niet.





Deel deze pagina met: