Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
rechtswetenschap
(notarieel recht) - rechtsgebied voornamelijk gevormd door die onderwerpen die de notariƫle praktijk raken; vooral m.b.t. onroerend goed, nalatenschappen, vennootschappen, rechtspersonen, huwelijk en echtscheiding, steeds met de bijbehorende belastingen (successierecht, belastingen van rechtsverkeer).
1. Deze wet en de daarop berustende bepalingen verstaan onder: a. notaris: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2; b. kandidaat-notaris: degene die voldoet aan een van de voorwaarden, genoemd in artikel 6, tweede lid, onder a en onder verantwoordelijkheid van een notaris of een waarnemer notariële werkzaamheden verricht, alsmede hij die geen notaris zijnde het notarisambt waarneemt; c. minuut: het originele exemplaar van een notariële akte; d. repertorium: het register, bedoeld in de artikelen 7 en13, onderdeel e, van de Registratiewet 1970; e. protocol: de minuten, notariële verklaringen, registers, afschriften, repertoria en kaartsystemen die onder de notaris berusten; f. grosse: een in executoriale vorm uitgegeven afschrift of uittreksel van een notariële akte; g. deeltijd: de werktijd die korter is dan de volledige werktijd die geldt voor de burgerlijke rijksambtenaren, werkzaam op de ministeries; h. de KNB: de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, bedoeld in artikel 60; i. Onze Minister: Onze Minister van Justitie; j. verordening: een verordening als bedoeld in artikel 89; k. het Bureau: het Bureau Financieel Toezicht, bedoeld in artikel 110, eerste lid. 2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met: a. echtgenoot: geregistreerde partner; b. gehuwd: geregistreerd.