Artikel 35 Wtbz:
[1.] De regter, door wien de begrooting geschiedt, is bevoegd de overlegging der justificatoire stukken te vorderen.
[2.] Hij slaat bij de begrooting acht op de omstandigheid, of de gemaakte kosten en verschotten en de gedeclareerde vacatien, naar den aard der zaak, nuttig, doelmatig of noodig kunnen geacht worden, of door den client zijn verlangd, en wijzigt, roijeert of vermindert de zoodanige, welke daarbij geoordeeld worden overbodig te zijn, of de palen eener billijke gematigdheid te overschrijden, daarbij in aanmerking nemende het gewigt der zaak, en de moeijelijkheid die zij mogt hebben opgeleverd.
6 Wvk.