erfstelling (3 gevonden)

Dutch erfstelling English legacy

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

personen- en familierechtrecht (erfrecht) - benoeming van één of meer erfgenamen in een uiterste wilsbeschikking. Bijv. de ~ in het testament luidt dat zijn kind enig erfgenaam is; rechtsopvolger onder algemene titel, dus ook in de schulden. Hij treedt als het ware in de persoon van de overledene.


onderdeel tweetrapsmaking / over de hand erven / making onder tijdsbepaling

Artikel 115 Boek 4 BW:

Een erfstelling is een uiterste wilsbeschikking, krachtens welke de erflater aan een of meer daarbij aangewezen personen zijn gehele nalatenschap of een aandeel daarin nalaat.


Artikel 1 Boek 4 BW:

1. Erfopvolging heeft plaats bij versterf of krachtens uiterste wilsbeschikking.
2. Van de erfopvolging bij versterf kan worden afgeweken bij een uiterste wilsbeschikking die een erfstelling of een onterving inhoudt.





Deel deze pagina met:      




Dutch fideï-commis / fideïcommissaire substitutie / erfstelling over de hand / tweetrapsmaking

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

personen- en familierechtrecht (erfrecht) - aanwijzing van een erfgenaam (de verwachter) die zijn erfdeel niet rechtstreeks van de erflater ontvangt, maar via een ander die als eerste erfgenaam is aangewezen (de bezwaarde). Bijv. met behulp van het ~ had de testateur geregeld dat eerst zijn zoon erfde en wat na diens overlijden van de erfenis resteerde aan het Rode Kruis zou toekomen.


niet gelijk aan substituut

Artikel 138 Boek 4 BW :

1. Wanneer een erfstelling onder een voorwaarde is gemaakt, wordt degene aan wie het vermaakte tot de vervulling der voorwaarde toekomt, als de uitsluitend rechthebbende aangemerkt voor zover het betreft de door en tegen derden uit te oefenen rechten en rechtsvorderingen.
2. Voor het overige vinden, zolang de vervulling der voorwaarden onzeker is, de wettelijke voorschriften betreffende het vruchtgebruik, zoals geregeld in titel 8 van Boek 3, overeenkomstige toepassing. Dientengevolge is hij verplicht het vermaakte gelijk een vruchtgebruiker te bewaren en in stand te houden, tenzij de erflater hem de bevoegdheid heeft toegekend om de goederen te verteren en onvoorwaardelijk te vervreemden.
3. In geval van een erfstelling onder een ontbindende voorwaarde zonder een daarbij aansluitende erfstelling onder opschortende voorwaarde is hij jegens degene aan wie het vermaakte bij vervulling van de voorwaarde toekomt, bevoegd de goederen te vervreemden en te verteren op dezelfde voet als een vruchtgebruiker aan wie deze bevoegdheid is gegeven, voor zover de erflater niet anders heeft bepaald.


Artikel 56 Boek 4 BW:

1. Om aan een making een recht te kunnen ontlenen, moet men bestaan op het ogenblik dat de nalatenschap openvalt. Rechten uit een making ten voordele van een rechtspersoon die voor dat ogenblik is opgehouden te bestaan ten gevolge van een fusie of een splitsing, komen toe aan de verkrijgende rechtspersoon, onderscheidenlijk de verkrijgende rechtspersoon waarvan de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving datbepaalt. Indien aan de hand van de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving niet kan worden bepaald welke rechtspersoon in de plaats en de rechten treedt van de gesplitste rechtspersoon, is artikel 334s van Boek 2 van overeenkomstige toepassing.
2. Indien een erflater heeft bepaald dat hetgeen hij aan een afstammeling van een ouder van de erflater nalaat, bij het overlijden van de bevoordeelde of op een eerder tijdstip zal ten deel vallen aan diens alsdan bestaande afstammelingen staaksgewijze, ontlenen dezen aan de making een recht, ook al bestonden zij nog niet bij het overlijden van de erflater.
3. Heeft een erflater bepaald dat hetgeen hij aan iemand nalaat, bij het overlijden van de bevoordeelde of op een eerder tijdstip zal ten deel vallen aan een afstammeling van een ouder van de erflater, en tevens dat indien die afstammeling dat tijdstip niet overleeft, diens alsdan bestaande afstammelingen staaksgewijze in diens plaats zullen treden, dan verkrijgen dezen dit recht, ook al bestonden zij nog niet bij het overlijden van de erflater.
4. Indien een erflater heeft bepaald dat hetgeen de bevoordeelde van het hem nagelatene bij zijn overlijden of op een eerder tijdstip onverteerd zal hebben gelaten, alsdan zal ten deel vallen aan een dan bestaande bloedverwant van de erflater in de erfelijke graad, verkrijgt deze dit recht, ook al bestond hij nog niet bij het overlijden van de erflater.





Deel deze pagina met:      




Dutch ondererfstelling English sub-legacy

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

personen- en familierechtrecht (erfrecht) - situatie waarin een persoon een erfenis ontvangt omdat de eerstgerechtigde geen erfgenaam zal worden. Bijv. een kleinkind dat van de grootouder erft omdat zijn eigen ouders onvindbaar zijn.


888 Boek 4 BW.




Deel deze pagina met: