Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz (1 gevonden)

Dutch Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

rechtswetenschap (rechtsgeschiedenis) - van 30 april 1980 t/m 30 april 2013: vermelding in de aanhef van alle formele wetten in Nederland. (thans) Prinses Beatrix voerde de volgende titels: Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, Prinses van Lippe-Biesterfeld, Markiezin van Veere, Markiezin van Vlissingen, Gravin van Katzenelnbogen, Vianden, Dietz, Spiegelberg, Buren, Leerdam en Culemborg, Burggravin van Antwerpen, Barones van Breda, Diest, Beilstein, de stad Grave, het land van Cuijck, IJsselstein, Cranendonck, Eindhoven, Liesveld, Herstel, Warneton, Arlay en Nozeroy, Vrijvrouwe van Ameland, Vrouwe van Borculo, Breedevoort, Lichtenvoorde, Loo, Geertruidenberg, Clundert, Zevenbergen, Hoge en Lage Zwaluwe, Naaldwijk, Polanen, St. Maartensdijk, Soest, Baarn, Ter Eem, Willemstad, Steenbergen, Montfoort, St. Vith, Buettgenbach, Niervaart, Daasburg, Turnhout, Besançon.


Artikel 2 Statuut:

1. De Koning voert de regering van het Koninkrijk en van elk der landen. Hij is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk.
2. De Koning wordt in de Nederlandse Antillen en Aruba vertegenwoordigd door de Gouverneur. De bevoegdheden, verplichtingen en verantwoordelijkheid van de Gouverneur als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk worden geregeld bij rijkswet of in de daarvoor in aanmerking komende gevallen bij algemene maatregel van rijksbestuur.
3. De rijkswet regelt hetgeen verband houdt met de benoeming en het ontslag van de Gouverneur. De benoeming en het ontslag geschieden door de Koning als hoofd van het Koninkrijk.


Artikel 4 Statuut:

1. De koninklijke macht wordt in aangelegenheden van het Koninkrijk uitgeoefend door de Koning als hoofd van het Koninkrijk.
2. De wetgevende macht wordt in aangelegenheden van het Koninkrijk uitgeoefend door de wetgever van het Koninkrijk. Bij voorstellen van rijkswet vindt de behandeling plaats met inachtneming van de artikelen 15 t/m 21.





Deel deze pagina met: