Belemmeringswet Privaatrecht (Belwp) (1 gevonden)

Dutch Belemmeringswet Privaatrecht (Belwp) English Dutch Public Works (Removal of Impediments in Private LAw) Act

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

- wet van 13 mei 1927 (!) die bepaalt onder welke voorwaarden een eigenaar het gebruik van zijn onroerend goed (bijv. akker of privé-weg) ten behoeve van openbare werken niet mag belemmeren, maar moet gedogen. Hij kan dan wel aanspraak maken op schadevergoeding.


hierarchische verhouding hoger Wet milieubeheer (WM)

Artikel 1 belwp:

Wanneer ten behoeve van openbare werken:
die door het Rijk, door eene provincie of ingevolge het reglement voor de instelling door een waterschap, veenschap of veenpolder worden of zijn ondernomen,
die door Ons, Onze Minister die het aangaat of door een provinciaal bestuur krachtens de wet zijn bevolen, die door een waterschap, veenschap of veenpolder anders dan ingevolge het reglement voor de instelling of door eene gemeente worden of zijn ondernomen of zijn bevolen terwijl het openbaar belang door Ons of van Onzentwege is erkend,
die ingevolge eene door het openbaar gezag verleende concessie worden of zijn tot stand gebracht, terwijl het openbaar belang door Ons of van Onzentwege is erkend, of
van welke het algemeen nut uitdrukkelijk bij de wet is erkend,
een werk noodig is, waarvoor duurzaam of tijdelijk gebruik moet worden gemaakt van onroerende zaken, kan ieder, die eenig recht heeft ten aanzien van die zaken, behoudens recht op schadevergoeding, worden verplicht te gedoogen, dat zoodanig werk wordt aangelegd en in stand gehouden, indien naar het oordeel van Onzen Minister van Waterstaat de belangen van de rechthebbenden redelijkerwijs onteigening niet vorderen en in het gebruik van de zaken niet meer belemmering wordt gebracht, dan redelijkerwijs voor den aanleg en de instandhouding van het werk noodig is.


Artikel 2 belwp:

1. Is met de rechthebbenden ten aanzien van enige onroerende zaak geen overeenstemming verkregen, dan worden ten verzoeke van dengene, wien het werk aangaat, door den burgemeester der gemeente, waarbinnen die zaak is gelegen, gedurende veertien dagen ten gemeentehuize ter inzage gelegd:
1°. eene beschrijving van het gedeelte van het werk, waarvoor het gebruik van die zaak verlangd wordt;
2°. eene duidelijke grondteekening van dat gedeelte van het werk.
2. Van die nederlegging wordt door den burgemeester hetzij in een in zijne gemeente verspreid wordend nieuwsblad, of, bij het ontbreken daarvan, door aanplakking in het openbaar, vooraf mededeeling gedaan. Gelijktijdig daarmede wordt door den burgemeester schriftelijk kennis gegeven aan de rechthebbenden, die in de kadastrale registratie als zodanig staan vermeld, zoomede aan de overige rechthebbenden, voor zooveel deze of hun vertegenwoordigers aan den burgemeester bekend zijn en woonplaats binnen het Rijk hebben.
3. De in het vorige lid bedoelde mededeelingen en kennisgevingen vermelden tevens plaats, dag en uur van de in het volgende lid bedoelde zitting.
4. Na het einde van den in het eerste lid genoemden termijn wordt eene zitting gehouden, waar bezwaren kunnen worden ingediend en overleg kan worden gepleegd met den verzoeker. Deze zitting heeft plaats ter secretarie van de gemeente, binnen welke de onroerende zaak is gelegen, ten ware door Gedeputeerde Staten eene andere plaats of gemeente is aangewezen. De zitting wordt geleid door een lid van Gedeputeerde Staten, door dat College aangewezen, en bijgewoond door een lid van het dagelijksch bestuur der gemeente, binnen welke de onroerende zaak is gelegen, door dat bestuur aangewezen. Van het ter zitting voorgevallene wordt ten overstaan van het lid van Gedeputeerde Staten een proces-verbaal opgemaakt, dat aan den verzoeker en de gehoorde personen ter mede-onderteekening wordt aangeboden.
5. Is geen overeenstemming verkregen, dan kan eene verplichting, als bij artikel 1 bedoeld, bij met redenen omkleede beslissing van Onzen Minister van Waterstaat, gehoord Gedeputeerde Staten van de provincie, waarin de zaak is gelegen, zoo noodig onder voorwaarden te stellen aan den verzoeker, worden opgelegd.





Deel deze pagina met: