participatie (2 gevonden)

Dutch deelneming / deelnemen / deelgenomen / participatie / participeren / geparticipeerd English to participate

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

ondernemingsrecht (rechtspersonenrecht) - omstandigheid dat een rechtspersoon in een andere investeert om aldus met die andere duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid; belang van een bedrijf in een ander bedrijf. Een bedrijf waarin een ander voor minstens 50% in ~ is een dochteronderneming.


nadere verklaring rechtspersoon / rechtspersonen

Artikel 24c Boek 2 BW:

1. Een rechtspersoon of vennootschap heeft een deelneming in een rechtspersoon, indien hij of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen voor eigen rekening aan die rechtspersoon kapitaal verschaffen of doen verschaffen teneinde met die rechtspersoon duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Indien een vijfde of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming vermoed.
2. Een rechtspersoon heeft een deelneming in een vennootschap, indien hij of een dochtermaatschappij:
a. daarin als vennoot jegens schuldeisers volledig aansprakelijk is voor de schulden; of
b. daarin anderszins vennoot is teneinde met die vennootschap duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid.


Artikel 16 wte 1995:

1. Het is verboden, anders dan na verkregen verklaring van geen bezwaar, een gekwalificeerde deelneming te houden, te verwerven of te vergroten in een effecteninstelling waaraan een vergunning is verleend op grond van artikel 7, vierde of zesde lid, dan wel enige zeggenschap verbonden aan een gekwalificeerde deelneming uit te oefenen in een instelling als hiervoor bedoeld.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een handeling als bedoeld in het eerste lid waarvoor ingevolge de Wet toezicht kredietwezen 1992 een verklaring van geen bezwaar is verleend.
3. Aan de vrijstelling, bedoeld in het tweede lid, is het voorschrift verbonden dat degene voor wie de vrijstelling geldt Onze Minister onverwijld in kennis stelt van de desbetreffende gekwalificeerde deelneming, onder vermelding van de omvang van die deelneming.
4. Onze Minister verleent, op verzoek, een verklaring van geen bezwaar voor een handeling als bedoeld in het eerste lid, tenzij hij van oordeel is dat de handeling zou leiden of zou kunnen leiden tot een invloed op de betrokken effecteninstelling die in strijd is met een gezonde of prudente bedrijfsvoering van die instelling.
5. Op de aanvraag wordt binnen dertien weken beslist.
6. Van het verlenen van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in het eerste lid wordt door Onze Minister aan de betrokken effecteninstelling mededeling gedaan.
7. Aan een verklaring van geen bezwaar die is verleend op grond van het vierde lid kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden om te voorkomen dat de handeling waarvoor de verklaring van geen bezwaar is verleend, zou leiden of zou kunnen leiden tot een invloed op de betrokken effecteninstelling die in strijd is met een gezonde, prudente of integere bedrijfsvoering van die instelling.
8. Ingeval het houden, het verwerven of het vergroten van een gekwalificeerde deelneming in een effecteninstelling als bedoeld in het eerste lid is verricht zonder dat voor die handeling een verklaring van geen bezwaar is verkregen of de bij die verklaring gestelde beperkingen in acht zijn genomen dan wel dat met betrekking tot die handeling de vrijstelling, bedoeld in het tweede lid, van toepassing is, maakt de in overtreding zijnde natuurlijke persoon of rechtspersoon binnen een door Onze Minister te bepalen termijn de verrichte handeling ongedaan onderscheidenlijk neemt hij de beperkingen alsnog in acht. Deze verplichting vervalt op het tijdstip waarop en voor zover voor de desbetreffende handeling alsnog een verklaring van geen bezwaar wordt verleend dan wel de niet in acht genomen beperkingen worden ingetrokken.
9. Ingeval het uitoefenen van enige zeggenschap verbonden aan een gekwalificeerde deelneming in een effecteninstelling als bedoeld in het eerste lid is geschied zonder dat voor die handeling een verklaring van geen bezwaar is verkregen of de bij die verklaring gestelde beperkingen in acht zijn genomen dan wel dat met betrekking tot die handeling de vrijstelling, bedoeld in het tweede lid, van toepassing is, is een mede door de uitgeoefende zeggenschap tot stand gekomen besluit vernietigbaar. Het besluit kan worden vernietigd op vordering van Onze Minister. Het besluit wordt in dat geval door de rechtbank, binnen welker rechtsgebied de effecteninstelling is gevestigd, vernietigd indien het besluit zonder dat de desbetreffende zeggenschap zou zijn uitgeoefend, anders zou hebben geluid dan wel niet zou zijn genomen, tenzij voor het tijdstip van de uitspraak alsnog een verklaring van geen bezwaar wordt verleend dan wel de niet in acht genomen beperkingen worden ingetrokken. De rechtbank regelt voor zover nodig de gevolgen van de vernietiging.
10. Ingeval voorschriften die zijn verbonden aan de verklaring van geen bezwaar die is verleend op grond van het vierde lid, niet worden nagekomen, kan Onze Minister een termijn vaststellen waarbinnen de in overtreding zijnde houder de niet nagekomen voorschriften alsnog moet vervullen.
11. Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens gekwalificeerde deelneming in een effecteninstelling als bedoeld in het eerste lid zodanig wijzigt, dat de omvang van deze deelneming onder de 5, 10, 20, 33 of 50 procent daalt, of dat de effecteninstelling ophoudt een dochtermaatschappij te zijn, stelt Onze Minister daarvan onverwijld in kennis.
12. Een effecteninstelling als bedoeld in het eerste lid stelt, voor zover haar bekend, Onze Minister in de maand juli van elk jaar in kennis van de identiteit van iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een gekwalificeerde deelneming in deze instelling houdt. Tevens stelt de effecteninstelling, zodra zulks haar bekend wordt, Onze Minister in kennis van iedere verwerving, afstoting of wijziging van een gekwalificeerde deelneming in deze instelling waardoor de omvang van deze deelneming boven of onder de 5, 10, 20, 33 of 50 procent stijgt onderscheidenlijk daalt of waardoor de instelling een dochtermaatschappij wordt onderscheidenli





Deel deze pagina met:      




    Deutsch Arbeits- und Unterstützungsgesetz (WWB) / Beteiligungsgesetz
    French Loi sur le travail et l'assistance (WWB) / Loi sur la participation
    Spanish Work and Assistance Act (WWB) / Participation Act
    Italian Legge sul lavoro e l'assistenza (WWB) / legge sulla partecipazione
    Polish Ustawa o pracy i pomocy (WWB) / Ustawa o uczestnictwie

verbintenissenrecht (arbeidsrecht) - Wet van 9 oktober 2003, houdende vaststelling van een wet inzake ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten. De ~ is gericht op het ondersteunen bij de arbeidsinschakeling (rëintegratie) van zowel uitkeringsgerechtigden als ook personen die geen uitkering ontvangen en op het verlenen van bijstand die recht op bijstand hebben (zie (algemene bijstand(suitkering). De ~ is in werking getreden op 1 januari 2004 en vervangt de Algemene bijstandswet (zie Algemene bijstandswet)en andere wetten.


10 WWB.

Artikel 11 wwb:

Rechthebbenden
1. Iedere Nederlander die hier te lande in zodanige omstandigheden verkeert of dreigt te geraken dat hij niet over de middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, heeft recht op bijstand van overheidswege.
2. Met de Nederlander, bedoeld in het eerste lid, wordt gelijkgesteld de hier te lande verblijvende vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onderdelen a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen hier te lande verblijvende vreemdelingen, anders dan die bedoeld in artikel 8, onderdelen a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000, voor de toepassing van deze wet met een Nederlander gelijk worden gesteld:
a. ter uitvoering van een verdrag dan wel een besluit van een volkenrechtelijke organisatie, of
b. indien zij, na rechtmatig verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 8, onderdelen a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000, rechtmatig in Nederland verblijf hebben als bedoeld in artikel 8, onderdeel g of h, van die wet en zij aan de in die algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden voldoen.
4. Het recht op bijstand komt de echtgenoten gezamenlijk toe, tenzij een van de echtgenoten geen recht op bijstand heeft.





Deel deze pagina met: