Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
strafrecht
- vervloeken of beschimpen van God. Smalende ~ in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding op voor godsdienstige gevoelens krenkende wijze, is strafbaar. Max. gevangenisstraf 3 maanden of een boete van € 2.250,-.
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft: 1°. hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, door smalende godslasteringen op voor godsdienstige gevoelens krenkende wijze uitlaat; 2°. hij die een bedienaar van de godsdienst in de geoorloofde waarneming van zijn bediening bespot; 3°. hij die voorwerpen aan een eredienst gewijd, waar en wanneer de uitoefening van die dienst geoorloofd is, beschimpt.
Deel deze pagina met:
lasterlibel
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
strafrecht
- opzettelijk aanranden van iemands eer of goede naam, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan al dan niet d.m.v. geschrift ruchtbaarheid te geven, wetend dat dat feit in strijd is met de waarheid.
1. Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt, als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. 2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.
Deel deze pagina met:
lasterlijke aanklachtaction for libel / defamatory indictment
Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...
strafrecht
- valse klacht of aangifte doen bij de overheid, waardoor de eer of goede naam van een persoon wordt aangerand.
1. Hij die opzettelijk tegen een bepaald persoon bij de overheid een valse klacht of aangifte schriftelijk inlevert of in schrift doet brengen, waardoor de eer of goede naam van die persoon wordt aangerand, wordt, als schuldig aan lasterlijke aanklacht, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. 2. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1° en 2°, vermelde rechten kan worden uitgesproken.