identificatie (4 gevonden)

Dutch identificatie / identificeren / geïdentificeerd English identification

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

procesrecht (strafprocesrecht) - vaststelling van de naam, woon- of verblijfplaats van iemand. Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd een verdachte naar zijn naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven en woon- of verblijfplaats te vragen en hem daartoe staande te houden.


Artikel 52 WvSv:

Iedere opsporingsambtenaar is bevoegd den verdachte naar zijn naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven en woon- of verblijfplaats te vragen en hem daartoe staande te houden.





Deel deze pagina met:      




Dutch identificatieplicht

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

strafrecht - sinds 1 januari 2005 de plicht om naam, voornaam, geboortedatum, adres, woon- of verblijfplaats op te geven aan bepaalde ambtenaren. Bijv. bij gelegenheid van een wedstrijd betaald voetbal.


tegenstelling recht op privacy

435f WvSr.




Deel deze pagina met:      




Dutch Wet Identificatie bij Dienstverlening

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

rechtswetenschap (rechtsgeschiedenis) - Vervallen per 1 augustus 2008. Wet die accountants, belastingadviseurs en advocaten verplichtte hun cliënten te identificeren alvorens tot hun dienstverlening over te gaan. Overtreding van deze wet leverde een strafbaar feit op.


nadere verklaring identificatieplicht

nadere verklaring strafbaar feit / delict

nadere verklaring Wet op de Identificatieplicht

Artikel 1 widd:

1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. instelling:
1°. een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet toezicht kredietwezen 1992;
2°. een verzekeraar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, behoudens voor zover artikel 13 van die wet van toepassing is;
3°. een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen;
4°. een effecteninstelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;
5°. een tussenpersoon als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf;
6°. De beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper, alsmede degene die beroeps- of bedrijfsmatig bemiddeling verleent bij verkoop, van voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden, juwelen, dan wel andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen zaken van grote waarde, voor zover betaling van deze zaken in contanten plaatsvindt.
7°. een natuurlijke persoon of rechtspersoon die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie beroepen, bedrijven of instellingen;
b. dienst: het door een instelling in of vanuit Nederland:
1°. in bewaring nemen van effecten, bankbiljetten, munten, muntbiljetten, edele metalen en andere waarden;
2°. openstellen van een rekening waarop een saldo in geld, effecten, edele metalen of andere waarden kan worden aangehouden;
3°. verhuren van een safe-loket;
4°. verrichten van een uitbetaling ter zake van het verzilveren van coupons of vergelijkbare stukken van obligaties of vergelijkbare waardepapieren;
5°. sluiten van een levensverzekeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 tegen een premie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel r, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 boven een door Onze Minister te bepalen bedrag, alsmede het daarbij verlenen van bemiddeling;
6°. doen van een uitkering uit hoofde van een levensverzekeringsovereenkomst als bedoeld onder 5° welke meer bedraagt dan een door Onze Minister te bepalen bedrag;
7°. verlenen van een dienst ter zake van een transactie of van kennelijk met elkaar samenhangende transacties, met een tegenwaarde of gezamenlijke tegenwaarde welke gelijk is aan dan wel meer bedraagt dan een door Onze Minister te bepalen bedrag, dat voor onderscheiden soorten van transacties verschillend kan zijn;
8°. Verkopen, alsmede het verlenen van bemiddeling bij verkoop, van voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden, juwelen dan wel andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen zaken van grote waarde tegen geheel of gedeeltelijke contante betaling waarbij het contant te betalen gedeelte gelijk is aan dan wel meer bedraagt dan een door Onze Minister te bepalen bedrag, dat voor onderscheiden soorten van zaken verschillend kan zijn.
9°. verlenen van andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diensten;
c. cliënt: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een dienst wordt verleend, daaronder begrepen in geval van een dienst als bedoeld in onderdeel b, onder 5° en 6°, degene die de premie betaalt alsmede degene aan wie de uitkering wordt gedaan;
d. lid-staat: een staat die lid is van de Europese Gemeenschappen alsmede een staat, niet zijnde een lid-staat van de Europese Gemeenschappen, die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132);
e. Onze Minister: Onze Minister van Financiën.
2. Het ingevolge het eerste lid, onderdeel b, onder 7°, te bepalen bedrag is ten hoogste EUR 18 151,21.





Deel deze pagina met:      




Dutch Wet op de identificatieplicht (WID)

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

staatsrecht - wet van 9 december 1993 waarin identificatiedocumenten worden aangewezen en is geregeld dat burgers onder bepaalde omstandigheden verplicht zijn hun identiteit aan te kunnen tonen. Bijv. bij de bank, voetbalwedstrijden, de notaris of op het werk.


Artikel 1 wid:

1. Als documenten waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld, worden aangewezen:
1°. een geldig reisdocument als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, c, d, e en g, of tweede lid, van de Paspoortwet;
2°. de documenten waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie.
2. Onze Minister van Justitie kan, al dan niet voor een bepaald tijdvak, andere dan de in het eerste lid bedoelde documenten aanwijzen ter vaststelling van de identiteit van personen.





Deel deze pagina met: